Onderhoud vaste plantenborder

 

  • Hogere vaste planten kunnen best gesteund worden. Breng de plantensteunen (beugels, bamboestokken, rijshout) in april, mei aan, vooraleer de planten hun maximale hoogte hebben bereikt. Riddersporen zijn planten die bijna altijd en overal steun nodig hebben.
  • Er zijn een aantal vaste planten die opnieuw bloeien wanneer ze na de bloei drastisch worden teruggeknipt. Dat is onder andere het geval met vele Geraniumsoorten, met Alchemilla en Delphinium.
  • Wanneer u vaste planten wilt verplanten en delen, dan doet u dat best in september of in de periode maart-april. Bij het verjongen snijdt u het oud, verhoute gedeelte weg en plant u de jonge delen opnieuw uit.
  • Het opschonen van uw vasteplantenborder doet u best in het vroege voorjaar. De afgestorven stengels en het wegterend blad beschermen de planten in de winter immers tegen vorst. Ze houden een luchtlaagje vast en zorgen zo voor een natuurlijke bedekking.
  • Voorjaarsbloeiende bollen plant je in de herfst, het liefst voor de eerste nachtvorst. Zomerbloeiende bollen kun je het beste vanaf het voorjaar planten, zodra de kans op nachtvorst voorbij is tot en met eind mei. Let op dat je ze op de juiste diepte plant. Een handige regel is dat je bollen op een diepte moet planten die 2 tot 3 keer de hoogte van de bol is. In de lente kan je de uitgebloeide bloemen uit narcissen en tulpen snijden, maar wacht hiermee minimaal zes weken, tot het loof helemaal afgestorven is.